De Vlaamse regering heeft op vraag van het Vlaams Belang aan de federale gevraagd om van 11 juli een betaalde feestdag te maken. “Symbolisch is dit een enorm belangrijke stap”, zegt Vlaams fractieleider Chris Janssens. “Het is hoog tijd dat de Vlaamse feestdag volwaardig gevierd kan worden.”

In het federale regeerakkoord werd de mogelijkheid voorzien dat de feestdagen van de deelstaten betaalde feestdagen zouden worden. De voorwaarde hierbij was dat er budgettair geen meerkosten mochten zijn, wat wil zeggen dat er een bestaande feestdag vervangen zou worden. Het Vlaams Belang stelde hierover een vraag in het Vlaams Parlement aan Vlaams minister-president Jan Jambon. Die bevestigde dat hij de federale regering gevraagd heeft om van de Vlaamse feestdag, 11 juli, een officiële feestdag te maken.

“11 juli moet een betaalde feestdag zijn voor álle Vlamingen”

“Het is een goede zaak dat de Vlaamse feestdag eindelijk een betaalde feestdag wordt”, zegt Janssens. “Voor de Vlaamse ontvoogding is dit een enorm belangrijke stap. Het is dankzij de jarenlange druk van het Vlaams Belang hierover dat Jan Jambon nu eindelijk concrete stappen zet.”

Er is wel nog discussie over de praktische uitwerking van de feestdagregeling. In een ontwerp van koninklijk besluit van de federale minister van Werk, Pierre-Yves Dermagne, werd de werkplek, en dus niet de aanhorigheid tot een bepaalde gemeenschap, als criterium genomen om te bepalen wie wanneer een betaalde feestdag zou krijgen. “Het zou totaal absurd zijn dat enkel Vlamingen die in Vlaanderen werken 11 juli kunnen vieren en Vlamingen die in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest werken niet”, aldus Janssens. “Alle Vlamingen moeten deze betaalde feestdag krijgen ongeacht waar ze werken.”