Sinds 2019 vraagt het Vlaams Belang om het minimumpensioen na het equivalent van 40 jaar werken te brengen op een minimum 1.500 euro netto. Alle partijen hebben dat voorstel intussen overgenomen. Maar door de stijgende inflatie en indexeringen sinds 2019 is die 1.500 euro achterhaald. Dat inzicht is nog niet doorgedrongen bij andere partijen. “Daarom zetten we de puntjes op de i”, zo zegt Kamerlid Ellen Samyn.

Vooruit-voorzitter Conner Rousseau kondigde zeer recent op de webstek van zijn partij aan dat de belofte van het minimumpensioen van 1.500 euro bijna gerealiseerd is ‘dankzij de indexverhogingen’ en dat die doelstelling in 2023 zal bereikt zijn, een jaar eerder dan hij (ook) had beloofd bij zijn aantreden in de Vivaldi-regering. “Maar dat is je reinste boerenbedrog. De 1.500 euro uit 2019 is nu amper nog 1.335 euro netto waard aan de koopkracht van toen, aangezien de index van consumptieprijzen intussen 11% steeg”, aldus Ellen Samyn.

“Het Vlaams Belang stelt zeer duidelijk: die 1.500 euro netto moet geïndexeerd worden en dus is dat vandaag zowat 1.650 euro geworden als we de mensen hun koopkracht willen doen behouden. De communicatie van de door Vivaldi aangestuurde linkse partijen Groen, de PS en Vooruit is dus zeer hypocriet”.

Ook wordt dat bij hen maar bereikt na 45 jaar werken terwijl niemand dat omzeggens haalt. Het Vlaams Belang wil dat na het equivalent van 40 jaar werken gerealiseerd zien. “De linkse partijen houden de mensen voor gek maar die voelen maar al te goed dat het leven de laatste 2 jaar een flink pak duurder is geworden: energie, voeding… Beweren dat we in 2023 aan de 1.500 euro zitten is dus de mensen een rad voor de ogen houden. Denkt men nu werkelijk dat de kiezers zo dom zijn?”, zo besluit Ellen Samyn.