Het Vlaams Belang onderschrijft de aanbevelingen van het eindrapport van de onderzoekscommissie naar de veiligheid in de kinderopvang, waaraan het zelf actief mee heeft gewerkt. “Er zijn extra investeringen nodig in de sector en er moet een eerlijke en gelijke subsidiëring voor elk type opvang komen, maar ook de beide agentschappen die instaan voor de opvolging en inspectie hebben extra personeel nodig”, zegt Vlaams Parlementslid Ilse Malfroot. “Daarnaast wordt niet meer dan terecht ook de verantwoordelijkheid van Opgroeien-topvrouw Katrien Verhegge en gewezen minister Wouter Beke bevestigd.”
De onderzoekscommissie naar de veiligheid in de kinderopvang, die werd opgericht na het dramatisch overlijden van een baby’tje in een kinderdagverblijf, heeft haar eindrapport klaar. Het Vlaams Belang onderschrijft de vaststellingen en aanbevelingen die hierin worden voorgesteld, maar hoopt ten stelligste dat de aanbevelingen niet zullen leiden tot meer administratieve last voor de kinderdagverblijven.
“De puinhoop binnen Kind en Gezin, was nog groter dan verwacht. Dit Vlaamse agentschap, dat de regels bepaalt waaraan kinderopvanginitiatieven moeten voldoen, bleek zelf niet in staat om duidelijke procedures inzake klachtenbeleid en opvolging uit te werken, laat staan ze op te volgen. De onderzoekscommissie stelde tevens het gebrek aan communicatie vast tussen de verschillende agentschappen en het kabinet. Tot na het overlijden van het baby’tje was er nauwelijks overleg, met alle gevolgen van dien”, stelt Malfroot.
Voor het Vlaams Belang zijn er bovendien forse investeringen nodig in de sector. “Op deze manier kan de werkdruk bij de kindbegeleiders worden aangepakt, met meer handen op de werkvloer en meer logistieke ondersteuning, zodat er meer tijd vrijkomt voor de pedagogische taken. Daarbij moet er ook worden gezorgd voor een gelijke financiering van de verschillende types opvang”, zegt Malfroot. Om te kunnen inzetten op een strikter inspectie- en opvolgingsbeleid zijn volgens het Vlaams Belang bovendien extra middelen en personeel binnen Kind en Gezin en Zorginspectie meer dan noodzakelijk.
“Het drama in ‘t Sloeberhuisje had volgens het eindrapport vermeden kunnen worden”
Had het drama in ‘t Sloeberhuisje kunnen vermeden worden? “Ja”, stelt Ilse Malfroot. “Het proces van inspectie en handhaving was onvoldoende onder controle, zo bleek. Bovendien ontvingen zowel de minister als Kind en Gezin voldoende alarmsignalen, maar ondernamen ze te weinig en te laat actie.”
In het eindrapport wordt er dan ook ingegaan op de verantwoordelijkheid van de administrateur-generaal van het agentschap Opgroeien. “De rol van Verhegge is niet te onderschatten”, zegt Malfroot. “Ze zag de urgentie niet en stuurde haar teams onvoldoende aan. Tijdens de hoorzittingen in het parlement zei ze meermaals dat ze de probleemdossiers ‘vastpakte’ of er bovenop zat. Haar initiatieven bleven echter uit.”
Ook voormalig minister van Welzijn Wouter Beke (cd&v) gaat in het rapport niet vrijuit. “Hij wist van alle problemen en heeft de administrateur-generaal niet snel genoeg tot actie aangemaand”, besluit Malfroot. “Hij maakte een cruciale inschattingsfout door de ernst van de veiligheidssituatie in een aantal kinderdagverblijven onvoldoende in te zien en teveel vertrouwen te hebben in de onwaarheden die zijn administratie hem voorspiegelde. Zijn politieke verantwoordelijkheid valt dus niet te ontkennen.”